NRC column Joyce Roodnat

12 poezen, 10 mossels, 22 vulva’s

Bij mij op de schoorsteenmantel ligt een vulva van keramiek. Meike van den Akker maakte dit rozerode geval, het is een lust voor het oog (en als je in de stemming bent voor de rest). Ik kocht haar in het theater na afloop van Nouveau Fuck, de voorstelling over eigenzinnige zinnelijkheid van Cat Smits en Stella Bergsma. “U kunt nu nog weg”, waarschuwde de actrice annex poppenmaker het publiek. Iedereen bleef en leverde zich om te beginnen uit aan wederzijdse omhelzing van Cat en de zachte, mensgrote vulva op haar schoot.
De vulva is een prachtig ding. Een ‘roos van vlees’ noemde Jan Wolkers haar. Goed bedoeld, maar bij die beeldspraak denk ik aan de keurslager. Hoe noemen we haar dan wel? ‘Kut’ (‘snee’) vind ik een hard en hatelijk woord en ‘doos’ slaat nergens op (hoezo iets van karton?). Vulva is de anatomisch correcte term en de klank is mooi, met die twee zoemende v’s. Maar kan het wat beeldender alsjeblieft?
Dat kan, ik leerde het van een kunstwerk: ‘farfalla’. Italiaans voor ‘vlinder’ en ook voor ‘vulva’. ‘Vlinder’ is als metafoor al geslaagd, en de dartele klank van het woord ‘farfalla’ doet recht aan de vulva.
Die farfalla trof ik bij Scarlett Hooft Graafland. Ik ken haar als fotografe van verbijsterende beelden die ze haalt van de noordpool tot Sahara. Maar ik zie iets heel anders in de Amsterdamse galerie EenWerk: over vier wanden wordt daar Au Castor (2002) geëxposeerd: 60 roze satijnen tegels waarop ze “de relatie tussen dier en vulva” borduurde, zoals ze die trof in allerlei landen en talen. Ze rangschikte ze op soort. De poezen bij de poezen (twaalf stuks) brengt o.a. Nederland, Frankrijk en Suriname samen. Van kwartel tot valk verbinden de vulvavogels van o.a. Roemenië, Oostenrijk en Servië. ‘Vogelnest’ trof ze in de Palestijnse staat. Er zijn 10 mossels en andere schelpdieren (o.m. Argentinië, Uruguay, China). Dat vind ik mannenwoorden, maar de vliegende vis (Kroatië) is vast geïntroduceerd door een vrouw. Of ben ik de enige die er een verwijzing naar de flits van haar orgasme in herkent?
Hooft Graafland is een superieur borduurster. Via elk dier sijpelt haar gevoel door, van ontzag (de vos) tot ontroering (die donzen kippen). Maar wat moeten we met die zeven bevers (o.m. VS en Tjechië)? Beverbont is zacht ja, en Graafland bewondert het dier, schrijft ze. Maar dat beest knaagt met lange tanden, ik zie geen connectie met de vulva, of het moet de mythe van de vagina dentata zijn. Onverdraaglijk vind ik de spin (Brazilië, Mexico), de kakkerlak (Puerto Rico), de kikker (Zuid-Afrika) – ineens is vrouwenhaat niet ver weg.
Wacht, spin voor vulva is kwaadaardig, spinnetje is aandoenlijk. Kakkerlak is smerig, kakkerlakje is grappig. Kikker is koud, kikkertje springt op. Het verkleinwoordje is een exclusief vrouwelijk wapen. En Scarlett Hooft Graafland borduurde ermee.



 

 

NRC column Joyce Roodnat

12 poezen, 10 mossels, 22 vulva’s

Bij mij op de schoorsteenmantel ligt een vulva van keramiek. Meike van den Akker maakte dit rozerode geval, het is een lust voor het oog (en als je in de stemming bent voor de rest). Ik kocht haar in het theater na afloop van Nouveau Fuck, de voorstelling over eigenzinnige zinnelijkheid van Cat Smits en Stella Bergsma. “U kunt nu nog weg”, waarschuwde de actrice annex poppenmaker het publiek. Iedereen bleef en leverde zich om te beginnen uit aan wederzijdse omhelzing van Cat en de zachte, mensgrote vulva op haar schoot.
De vulva is een prachtig ding. Een ‘roos van vlees’ noemde Jan Wolkers haar. Goed bedoeld, maar bij die beeldspraak denk ik aan de keurslager. Hoe noemen we haar dan wel? ‘Kut’ (‘snee’) vind ik een hard en hatelijk woord en ‘doos’ slaat nergens op (hoezo iets van karton?). Vulva is de anatomisch correcte term en de klank is mooi, met die twee zoemende v’s. Maar kan het wat beeldender alsjeblieft?
Dat kan, ik leerde het van een kunstwerk: ‘farfalla’. Italiaans voor ‘vlinder’ en ook voor ‘vulva’. ‘Vlinder’ is als metafoor al geslaagd, en de dartele klank van het woord ‘farfalla’ doet recht aan de vulva.
Die farfalla trof ik bij Scarlett Hooft Graafland. Ik ken haar als fotografe van verbijsterende beelden die ze haalt van de noordpool tot Sahara. Maar ik zie iets heel anders in de Amsterdamse galerie EenWerk: over vier wanden wordt daar Au Castor (2002) geëxposeerd: 60 roze satijnen tegels waarop ze “de relatie tussen dier en vulva” borduurde, zoals ze die trof in allerlei landen en talen. Ze rangschikte ze op soort. De poezen bij de poezen (twaalf stuks) brengt o.a. Nederland, Frankrijk en Suriname samen. Van kwartel tot valk verbinden de vulvavogels van o.a. Roemenië, Oostenrijk en Servië. ‘Vogelnest’ trof ze in de Palestijnse staat. Er zijn 10 mossels en andere schelpdieren (o.m. Argentinië, Uruguay, China). Dat vind ik mannenwoorden, maar de vliegende vis (Kroatië) is vast geïntroduceerd door een vrouw. Of ben ik de enige die er een verwijzing naar de flits van haar orgasme in herkent?
Hooft Graafland is een superieur borduurster. Via elk dier sijpelt haar gevoel door, van ontzag (de vos) tot ontroering (die donzen kippen). Maar wat moeten we met die zeven bevers (o.m. VS en Tjechië)? Beverbont is zacht ja, en Graafland bewondert het dier, schrijft ze. Maar dat beest knaagt met lange tanden, ik zie geen connectie met de vulva, of het moet de mythe van de vagina dentata zijn. Onverdraaglijk vind ik de spin (Brazilië, Mexico), de kakkerlak (Puerto Rico), de kikker (Zuid-Afrika) – ineens is vrouwenhaat niet ver weg.
Wacht, spin voor vulva is kwaadaardig, spinnetje is aandoenlijk. Kakkerlak is smerig, kakkerlakje is grappig. Kikker is koud, kikkertje springt op. Het verkleinwoordje is een exclusief vrouwelijk wapen. En Scarlett Hooft Graafland borduurde ermee.